Als je wilt, zijn er in de zorg uitstekende doorgroeimogelijkheden. Vaak worden deze betaald door de organisatie, waardoor je jezelf echt kunt ontwikkelen. Zelf ben ik begonnen zonder diploma’s en langzaamaan opgeklommen. Dat heb ik ook altijd gecombineerd met mijn gezin. Toen ik begon met de eerste opleiding waren mijn drie kinderen tussen de vier en negen jaar oud. Ze hebben nooit naar de crèche gehoeven. In het begin werkte ik ‘s avonds als ze al op bed lagen. Later werkte ik vooral ‘s ochtends, wanneer ze op school zaten.
De ouderenzorg is een prachtig beroep: je kunt zoveel betekenen. Je kunt mensen het gevoel geven dat ze nog nuttig zijn in de maatschappij, dat ze er toe doen. Wie naar het verzorgingstehuis gaat, zet een enorme stap. Wij kunnen ervoor zorgen dat een verzorgingstehuis niet als een laatste station voelt, maar als een huis.
Een goede zorgwerknemer ziet daarom een mens en niet iemand met beperkingen. Sommige bewoners schreeuwen heel hard of zijn af en toe humeurig. Dat komt door hun ziekte.
Niemand vind het fijn om onbegrepen gedrag te laten zien en en er zelf niets aan kunnen doen.
Als je wilt weten hoe iemand zich voelt die dement is, moet je bedenken dat je in Siberië wakker wordt. Je snapt de taal niet meer, kan niet meer herleiden waar geluiden vandaan komen en bent gewoon bang. Demente ouderen zijn dat ook en moet je dus geruststellen. Dat zou je zelf ook nodig hebben.
Ik kreeg laatst een filmpje te zien van een zwaar dementerende bewoner. De medewerker zit aan het bed en besluit het liedje ‘Ik ga slapen, ik ben moe’ voor haar te zingen. Heel langzaam zie je dat de bewoner het herkent en mee begint te zingen. Aan het einde van het filmpje straalt de mevrouw helemaal. Ik liet het mijn man zien en die kreeg zelfs ook tranen in zijn ogen. Die glimlach, daar doe je het voor.