Ik zorg voor dementerende ouderen. Dit is echt “mijn” doelgroep. Oudere mensen hebben zoveel meegemaakt en kunnen je van alles vertellen. Die moet je niet in een hoekje wegstoppen, maar respecteren. Zij hebben ervoor gezorgd dat wij fatsoenlijk kunnen leven. Ze zitten hier heus niet voor hun plezier. Ik zie het als mijn taak om het leven zo prettig mogelijk voor ze te maken.
Dit werk doe ik al sinds 1982. Het werk is veranderd in de loop der jaren. Mensen blijven zo lang mogelijk thuis wonen, tot het niet meer gaat. En als ze dan bij ons komen, dan hebben ze veel intensievere zorg nodig. Niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk. De zorg is ook complexer geworden. Verwardheid kan komen door dementie, maar ook door een blaasontsteking, een delirium of vocht achter de longen.
Mensen verblijven korter bij ons, omdat ze pas bij ons komen als het echt niet anders kan. Daarom ben ik mij nu aan het verdiepen in palliatieve zorg. Dat is heel breed. Palliatieve zorg kan ook een half jaar duren, en wat kun je allemaal betekenen voor iemand in deze fase van zijn leven? Veel meer dan we vaak denken. Het gaat veel meer om comfort, veiligheid en rust. Geestelijke zorg is minstens zo belangrijk als lichamelijk zorg.
Het mooiste van mijn werk bestaat uit kleine momentjes. Iemand die “O, wat fijn dat je er bent” zegt. Ook al zijn ze dement, ze herkennen me op dat moment. Het geeft mij veel voldoening als ik ze blij kan maken. Als ik een lach zie. Als ik ze ergens bij kan helpen, maar wel zodanig dat ze zoveel mogelijk de regie hebben. Ik reik wat aan en zij doen het zelf. Ik laat een cliënt indien mogelijk zelf douchen, maar sta er naast zodat ze haar verhaal kwijt kan. Je moet ze niet alles uit handen nemen, dat geeft ze het gevoel dat ze niks meer zijn.