Mijn naam is James en ik werk binnen een ziekenhuis als gastro-intestinaal (spijsverteringsorganen) en oncologisch chirurg. Als tiener was ik al gefascineerd door geneeskunde en vooral chirurgie. Het idee dat je als dokter iemand beter kon maken door te opereren had iets magisch. Mijn interesse bleef en in 1998 begon ik aan de studie geneeskunde. Een combinatie van wetenschap en theorie, waarbij je in een vroeg stadium al kennis maakt met de praktijk, was voor mij een interessante uitdaging. In 2006 startte ik met de zesjarige opleiding tot chirurg. Tussen de studies door heb ik gewerkt als basisarts.
Ik houd me vooral bezig met chirurgische oncologie (de chirurgische behandeling van mensen met kanker). Het is voor mij dagelijks een uitdaging om iedere patiënt die ik zie, de meest passende behandeling te geven; een behandeling die bij de ziekte past, maar ook bij de patiënt. Als ik naar huis ga nadat ik patiënten met bijzondere problemen goed heb behandeld, zowel op de polikliniek als in de operatiekamer, dan heb ik een voldaan gevoel. De meeste patiënten kun je een kans op genezing bieden door te opereren. Soms word ik echter geconfronteerd met patiënten voor wie genezing niet meer mogelijk is. Dat maakt veel indruk, zeker als het leeftijdsgenoten zijn.
In april werd ik positief getest op COVID-19. Ik had griepklachten, maar gelukkig kon ik na twee weken weer aan het werk. Lichamelijk ben ik nu zo goed als volledig hersteld. Ik prijs mij gelukkig dat ik niet tot de groep behoor die in het ziekenhuis of op de intensive care opgenomen moest worden. Inmiddels is aangetoond dat ik COVID-19 antistoffen heb, maar het is nog niet duidelijk wat dit betekent voor mijn immuniteit. Aan de andere kant is het een fijne gedachte om te weten dat ik dit heb doorgemaakt en het hopelijk niet meer kan krijgen.
De eerste drie maanden van dit jaar ben ik met mijn gezin in Australië geweest. Dus deze zomer werk ik gewoon door, zodat ook mijn collega’s, die veel diensten voor mij hebben waargenomen in die drie maanden, met hun gezin van hun vrije tijd kunnen genieten.
De zorgsector is de leukste sector die er is. Iedereen werkt hard en het leuke is dat het écht verschil maakt dat je dit werk doet. Je doet er toe en daardoor zijn we samen sterk.