Ik maak medicijnen in het ziekenhuis, zoals bijvoorbeeld chemokuren. Het is heel secuur werk; we moeten goed de doseringen in de gaten houden en werken met chemische stoffen.
Als laboranten dragen we beschermende pakken en werken we in zogenaamde ‘LAF-kasten’; een speciale unit om de medicijnen te beschermen tegen omgevingsinvloeden. Dat is nodig omdat veel patiënten een lage weerstand hebben en beschermd moeten worden tegen eventuele bacteriën. Vaak werken we met flaconnetjes of poedertjes die we in bepaalde doseringen moeten oplossen in een infuuszak. Deze gaan vervolgens weer naar de patiënt op de afdeling. In totaal maken we zo’n 50 van deze medicijnen per dag. Ik ben in deze baan gerold als apothekersassistent. Toen ik net begon, maakten apotheken vaak nog zelf heel veel zalfjes en medicijnen. Dat vond ik het allerleukst om te doen. Toen ik een vacature zag in het ziekenhuis als bereider van medicijnen heb ik gesolliciteerd. Inmiddels werk ik alweer jaren op dezelfde afdeling. We werken hecht samen in een team; één iemand geeft materialen aan, de ander werkt ‘steriel’ en maakt de medicijnen. Op deze manier kunnen we heel veel mensen helpen om weer beter te worden. Dat geeft me heel veel voldoening.