De eerste dag denken nieuwe ouders heel vaak: “Oh ik weet helemaal niks! Ik kan nog niet eens een baby vasthouden!” Als kraamverzorgende zorg je ervoor dat die onzekerheid verdwijnt omdat je gezinnen alles leert wat ze nodig hebben. Het is de bedoeling dat je op de laatste dag met een gerust hart naar huis kunt gaan. Dat vind ik ook het leukste aan mijn werk.

Ik ben op mijn 20ste begonnen als kraamverzorgende en heb het sindsdien altijd gedaan, met uitzondering van een periode van acht jaar toen mijn kinderen klein waren. Het vak is voor mij een passie. Ik hou gewoon van mijn werk en heb er nog nooit genoeg van gehad.

Ik wilde al kraamverzorgster worden toen ik zes jaar oud was. Nog steeds sta ik er soms bij stil dat het me is gelukt. “Ja, dit is gewoon mijn werk!”, denk ik dan. Het leukste vind ik het zorgen voor andere mensen en de baby’s. Daarnaast heb je veel andere taken, waaronder het huishouden. Ook dat vind ik echt niet erg om te doen.

Als kraamverzorgster is het belangrijk dat je een moeder leert om zeker te worden van haar taken. De eerste dag denken veel nieuwe moeders: “Oef, die luier, wat een klus is dat!” De eerste dag zijn ze er een kwartier mee bezig en acht dagen later doen ze dat binnen een minuut.

Dit werk kan je niet doen op de automatische piloot, waardoor het altijd uitdagend blijft. Zo kan de borstvoeding niet op gang komen. Als het echt niet lukt, is het fijn dat je altijd met collega’s kunt overleggen. Soms moet je improviseren. Een tijd geleden viel een baby’tje op de laatste dag dat ik in het gezin was ineens in gewicht af. Door tips te geven is het uiteindelijk goed gekomen.

Wie ook de kraamzorg in wil gaan, moet wel gemotiveerd zijn. Door het onregelmatige werk weet je nooit wanneer je precies aan het werk gaat en dat is wel een struikelblok voor sommige mensen. We draaien ook nachtdiensten, maar daar heb ik zelf geen problemen mee. Ik slaap heel goed als ik wachtdienst heb. Als ik er ‘s nachts uit moet, ga ik de avond erop gewoon vroeg naar bed.

Het onregelmatige rooster is het me allemaal waard, want ik zou echt nooit een andere baan willen. De kraamzorg zit teveel in mijn bloed.