Een baan in de zorg heb ik vroeger nooit overwogen. Tot mijn oom ziek werd en ik voor hem ging zorgen. Ik merkte dat het me lag. Ik werkte toen nog in een kledingzaak, en heb me laten omscholen.
Als je in de zorg werkt, moet je van mensen houden. Je moet die interactie met een ander leuk vinden, en goed kunnen aanvoelen hoe mensen zijn en wat nodig is in een bepaalde situatie.
Ik heb jarenlang een cliënt gehad met een halfzijdige verlamming. Hij was best een moeilijke man - mijn collega’s noemden hem soms een pain in the ass - maar op de een of andere manier kon ik wel met hem door een deur. Met humor kwamen we de tijd heel goed door. Inmiddels leeft hij niet meer. Ik denk nog wel eens aan hem, en hoe hij, tot het einde toe, lachte om soms morbide grappen. Als ik daarop terugkijk, heb ik echt wel wat kunnen betekenen.
Humor is belangrijk in dit werk. Mensen willen niet zielig gevonden worden. Ik ben best allergisch voor mensen die doen alsof cliënten of patiënten achterlijk zijn. Iedereen wil toch gewoon gelijkwaardig behandeld worden?
Als je in de zorg werkt, kun je echt wat voor mensen betekenen. In de wijkverpleging heb je soms wel tien mensen op je route. Bij alle tien is er wat anders nodig: een klein dingetje, iets waar ze niet bij kunnen, soms een fijn gesprek. En altijd brengt het je iets: je hebt namelijk een persoon blij gemaakt.