Als verpleegkundige zie ik dagelijks veel verschillende patiënten voorbij komen: chronisch zieken, ouderen, dementerenden, mensen die een hersenbloeding hebben gehad. Ik doe de triage. Dat is de eerste inschatting van wat voor een zorg een patiënt nodig heeft.
Ik heb voornamelijk te maken met ouderen. De mooiste gesprekken heb ik op mijn werk gevoerd: over het werk dat zij vroeger deden, hun schooltijd, hun eerste liefde, hun kinderen en kleinkinderen. Ondanks de drukte op het werk, neem ik de tijd om naast ze te gaan zitten en te praten en luisteren. Veel ouderen hebben het gevoel dat ze niet meer de moeite waard zijn, omdat ze in een verpleeghuis zitten. Maar Ik wil ze het gevoel geven dat ze er mogen zijn, en dat ze gehoord en gezien worden.
Dit is de laatste fase van hun leven. Ergens vind ik het een eer dat ik dit laatste stukje met ze mee mag lopen, en ze kan steunen. Op wat voor manier dan ook: een knuffel, een arm om de schouder. Ik ben er om gewoon wat warmte geven. In onze gesprekjes gaat het daar ook wel eens over: wat stemt hen vrolijk, of waar hebben ze verdriet van? En wat kan ik doen om een beetje verlichting te brengen? Ik ken een mevrouw die het fijn vindt om wat voorgelezen te worden uit de Bijbel. Ik herken dat gevoel: geloof kan echt tot steun zijn, of je nu katholiek bent, of moslim, of ergens anders in gelooft.