Zorgen zit in mijn dna. Ik vind het zo’n eer dat mensen mij dichtbij laten komen op de intiemste momenten in hun leven. Dat is waarom ik in een woonzorgcentrum wilde werken.
Ik heb eerst een leer-werkopleiding gedaan voor verzorgende, daarna voor verpleegkundige en nu volg ik de specialisatie geriatrie. Dat is het mooie aan deze sector: je kunt je blijven ontwikkelen.
Mensen denken vaak dat je alleen maar bezig bent met ouderen verschonen, maar dat wil ik de wereld uit helpen. Op mijn werk is het elke dag anders. Een bewoner kan maanden stabiel zijn, dat je tegen je collega’s zegt: ‘Goh, het gaat goed hè, met mevrouw’, en dan ineens gebeurt er iets waardoor je actie moet ondernemen.
Ik zeg altijd: werken in de zorg is praten en breien tegelijk. Dat betekent dat je, terwijl je een wond verzorgt, peilt hoe mensen zich voelen, wat ze nodig hebben. Maar ik zie de bewoners hier niet als hulpbehoevende patiënten. Nee, het zijn mensen die ooit in de bloei van hun leven waren, net zoals ik dat nu ben. Er zit een hele geschiedenis achter deze prachtige ouderen, bakken vol levenservaring. De bewoners voor wie ik zorg, vormen mij als mens.