Het zijn de kleine dingen die dit werk zo mooi maken. Ik werk met mensen met een verstandelijke beperking. Ik help ze met een leuke en gezonde dagbesteding en met de dagelijkse dingen: douchen, eten, net waar zij hulp bij nodig hebben.
Als ze mij herkennen nadat ik een tijdje niet ben geweest, dan vind ik dat prachtig. Of als ik een blinde vrouw mijn gezicht laat voelen en ze zegt: ‘wow, jij hebt wel een ronde neus!’. Het contact met die mensen, daar doe ik het voor.
Als ik aan het werk ben, denk ik altijd: wat zou ik zelf fijn vinden? De mensen die hier zitten hebben een verstandelijke beperking, maar dat maakt ze niet minder mens. Een blinde tweeling help ik bijvoorbeeld de ruimte te kennen door ze naar mijn stem toe te laten lopen. Of ik laat ze de weg van de deur naar de wc voelen. Dat beetje zelfstandigheid zou ik zelf ook fijn vinden als ik blind was. Ook doe ik rustig als ik mensen uit bed haal, omdat ik het zelf ook heel vervelend zou vinden als iemand mij met veel bombarie uit bed zou halen.