Anderhalf jaar geleden heb ik mijn specialisatie afgerond. Tijdens mijn opleiding kwam ik er al snel achter dat ik de psychiatrie in wilde. Hoe mensen denken en tot bepaalde conclusies komen, het boeide mij enorm.
In dit vak moet je van het onverwachte houden. Want zelfs als je een persoon al wat langer kent, kun je voor verrassingen komen te staan. Een patiënt kan onvoorspelbaar zijn: het ene moment angstig, het volgende helder, boos of recalcitrant. Soms moet je ingrijpen. Het vergt veel creativiteit om contact te maken met een patiënt. Je moet luisteren zonder te oordelen. En als dat dan lukt, en je kunt samen bedenken hoe je tot een oplossing kunt komen, waarbij de patiënt zijn autonomie behoudt, dan geeft dat veel voldoening. Ik vind het veel beter én leuker als een patiënt zelf nadenkt over zijn situatie, dan dat ik iets opleg en niet weet of hij er ook wat mee doet.
Ik ben als psychiater verbonden aan een ggz-instelling, waar ik gedeeltelijk op een afdeling werk, en gedeeltelijk in de acute psychiatrie. De patiënten met wie ik werk, vinden het moeilijk om hulp te vragen. Soms kunnen ze hun klachten ook niet goed uiten. En dat terwijl een psychiatrische ziekte impact heeft op alles: hun fysieke gezondheid, werk, familie, vrienden.
Daar komt nog bij dat niet iedereen erover durft te praten. Er rust een stigma op psychiatrische aandoeningen. Zelfs in de medische wereld. Er is niemand die zegt: “Ik heb een gebroken been, maar dat gaat vanzelf wel over”. Terwijl we het allemaal normaal vinden dat je een psychiatrische aandoening als een depressie even zelf kunt oplossen.
Voordat ik psychiater werd, heb ik ook enige tijd als arts op de Spoedeisende Hulp gewerkt. Een fantastische basis, maar ik heb nooit dokter willen worden om alleen maar te opereren of wonden te helen. Als psychiater ben je echt bezig met de mens: je leert patiënten kennen, hun verhaal, en iedereen en elk verhaal is anders. Patiënten delen vaak heel persoonlijke dingen: waar ze bang voor zijn, waar ze zich zorgen over maken en wat ze hebben meegemaakt. Dingen waar ze zich voor schamen. Dat persoonlijke komt voor mij dichterbij dan een lichamelijk onderzoek. En dat maakt de psychiatrie zoveel meer bijzonder dan ‘gewone’ geneeskunde.