Ik ben per ongeluk in dit werk terechtgekomen. Hiervoor werkte ik op kantoor, maar ik was op zoek naar iets wat ik echt leuk zou vinden. Een buurvrouw die wist dat ik graag zorg en van mensen houd, kwam hiermee. Als woonondersteuner heb je geen speciale opleiding nodig, dus er was niets wat we tegenhield. En het was een schot in de roos: dit werk past echt bij mij.
Op de gesloten afdeling waar ik werk, wonen dementerenden. Vaak zitten ze maar. Als ik dan een kleine activiteit met hen doe, dan zie ik al een lach op hun gezicht. Dan zijn ze heel even gelukkig. Een kop koffie drinken, een cake bakken of de krant voorlezen kan al genoeg zijn. Als zij zich fijn voelen, dan doet mij dat heel goed.
Mijn baan is de laatste jaren steeds belangrijker geworden. Natuurlijk is de zorg ook belangrijk, maar bewoners moeten ook een zinvolle daginvulling hebben. Dat besef is er steeds meer. En tegelijkertijd observeren we hoe het met iemand gaat. Is hij bleek of heeft hij geen eetlust? Dan geven we dat door aan de verpleging. Ik noem mijn werk altijd ‘de warme zorg’.