“O, daar heb je weer zo’n junk”, zeggen mensen vaak als ze een verslaafde zien. Maar ik weet: achter ieder van hen schuilt een verhaal. Ik zie de mens achter hun verslaving en wil ze een sociaal leven teruggeven. Daarom werk ik in de verslavingszorg, al 25 jaar.
In het begin werkte ik bij allerlei afkickprogramma’s. Mensen werden er clean, maar ze vielen vaak terug. Het gat tussen de afkickkliniek en de samenleving was gewoon te groot. Als je gewend bent om te gebruiken en je weet niks anders, dan kan je niks anders.
Woodstock is anders. Wij vangen oudere verslaafden op, die anders over straat zwerven en voor overlast zorgen. Ze hebben een beperking, en vaak ook psychiatrische problemen. Bij ons hebben ze een dak boven het hoofd, eten, drinken. Hier hoeven ze niks. Je ziet de rust bij ze terugkomen. En daardoor gebruiken ze ook minder, want het hoeft niet meer zo nodig.
In dit beroep maak je elke dag wel wat mee. Soms ook heftige dingen. Een verslaafde die wat nodig heeft, wordt wel eens agressief. Dan kan ineens de hel losbreken. Maar ik ben een echte Hagenees, hè. Mij maak je niet gek, ik schreeuw gewoon terug in het Haags. Ik roep ze bij me. En dan krijg ik ze wel stil, hoor.
De mensen hier zijn heel kwetsbaar en dat raakt me nog elke dag. We praten veel over het verleden: hoe ze vroeger waren, wat ze hebben meegemaakt. Dat ze als kind werden opgesloten in een kast. Sommigen hebben spijt van hoe hun leven is verlopen, en dat ze alles zijn kwijt geraakt. Ik denk nog vaak aan een mevrouw die hier heeft gewoond. Vroeger was ze een huilbaby. Haar moeder voedde haar met valium in haar flesje, en daar is ze nooit meer van af gekomen. Een paar jaar geleden werd ze ziek. Toen zei ze tegen me: “Ik heb altijd gedacht dat ik de mensen van wie ik hou ooit een keer zou uitnodigen voor m’n bruiloft. Maar nu wil ik je vragen of je op mijn begrafenis komt.”
Maar het is heus niet alleen maar doffe ellende hier, hoor. We zetten regelmatig een muziekje op om te dansen of te zingen. We drinken koffie met elkaar, en met de buren. Met de buren hebben we een heel goede relatie. Zij hebben het met een handtekeningenactie voor elkaar gekregen dat we hier permanent mogen blijven.