Triage is heel afwisselend. Als de telefoon gaat, weet je niet wat je kan verwachten. Het is de uitdaging om het plaatje bij het praatje te vinden.
In de avonduren en het weekend beantwoord ik als triagist de telefoon van de huisartsenpost en assisteer ik de arts bij kleine ingrepen. Ik bereid het consult voor, bepaal de urgentie en assisteer de arts.
Dit doe ik inmiddels 15 jaar. In de zorg werk ik al sinds 1977. Ik heb op bijna alle afdelingen gewerkt: de kinderafdeling, cardiologie, hartbewaking, kraam, interne geneeskunde, wijkverpleging. “Zorg zit in je genen”, zei mijn moeder vroeger al tegen me.
Als triagist is het fijn dat ik veel ervaring heb. Desondanks moet je altijd scherp zijn en goed blijven nadenken en doorvragen. Is de pijn in de buik onschuldig of speelt er nog iets anders? Kan de persoon zelf praten of niet? Mensen bellen vaak in paniek op en dan is het zaak om empathisch te zijn, maar de rust te bewaren. Dit is ook wat ik de triagisten die ik opleid, meegeef. Je moet je telkens afvragen: stel ik de goede vragen, zit ik op de goede weg? Dit is niet zomaar een telefoongesprek.