Als klein meisje zei ik al: ik wil later zuster worden. En omdat ik ook graag met kinderen werk, heb ik uiteindelijk gekozen voor de kinder IC.
Het is een emotioneel zwaar beroep, maar ik vind het geweldig. Kinderen zijn zo eerlijk en puur, of ze nu peutertjes zijn, of pubers. Soms moet je je hele trukendoos openen om een kleutertje mee te krijgen, soms heb je een ernstig gesprek met een jongen van 16. Maar we hebben hier regelmatig lol hoor, met elkaar. Toen het deze zomer zo warm was, hebben we een watergevecht gehouden.
Bij hoogtepunten, als een kindje herstelt, is de dankbaarheid van ouders enorm. Maar soms worden kinderen niet beter, en dat is verschrikkelijk verdrietig. Het enige wat ik dan kan doen, is er zijn voor de ouders, naar ze luisteren als ze hun verhaal kwijt moeten. Ik heb een keer een kindje verzorgd die maanden bij ons was, maar het niet heeft gered. Doordat je het ziekteproces van zo dichtbij meemaakt, krijg je een intense band met het kind, en ook de ouders. De begrafenis was in besloten kring, maar de ouders vroegen of ik erbij kon zijn. Dan besef je hoe waardevol je rol is als verpleegkundige: dat je zo belangrijk bent en bij zoiets intiems wordt betrokken.
Door dit werk ga je wel anders naar het leven kijken. Zeker als je zelf kinderen hebt. Je gaat toch bewuster leven. Soms ben ik wat toegeeflijker naar mijn kinderen, omdat ik denk: “Lekker belangrijk”. En ik oordeel ook niet over ouders die veeleisend zijn in de zorg voor hun kind. Ze hebben al zoveel meegemaakt. Zelf zou ik ook de allerbeste zorg eisen, als het mijn kind was.