Ik haal het verleden naar het heden. Wat deed iemand die dement is graag? Hoe deelde hij of zij zijn dag in? Dat probeer ik door te voeren in hun leven in het verpleeghuis.
Er was hier bijvoorbeeld een man die heel onrustig was. Zijn familie vertelde dat zijn ochtendritme hier totaal anders was dan hij gewend was. Hij stond thuis om 7 uur op, ging dan eerst een broodje smeren en rustig wakker worden. Nu werd hij om 9 uur uit bed gehaald en moest hij zich meteen wassen en aankleden. Maar mensen met dementie kunnen heel moeilijk een nieuw ritme aanleren. Samen met de afdeling besloten we hem voortaan eerder uit bed te halen en rustig te laten opstarten. Dat deed hem heel goed.
Een andere patiënt kon niet meer zelfstandig naar het restaurant. Hij had niet genoeg kracht in zijn armen om zijn rolstoel te bewegen. Door elektrisch ondersteuning toe te voegen aan zijn rolstoel, kan hij dat nu wel. Het lijkt iets heel kleins, maar het geeft hem zo’n goed gevoel dat zijn familie hem nu niet meer hoeft op te halen bij zijn kamer. Hij heeft echt weer een beetje zijn zelfstandigheid terug.