Ik heb tien jaar in het basisonderwijs gewerkt, maar was toe aan iets nieuws. Door een loopbaanonderzoek kwam ik uit op de zorg. Zelf was ik daar nooit opgekomen, maar ik kon in een leer-werktraject als Helpende in de thuiszorg aan de slag en merkte ik dat het me heel goed lag. Tegen mijn leidinggevende zei ik: “Als er een opleidingsplek vrijkomt voor Verzorgende, dan wil ik daarvoor in aanmerking komen.”
Inmiddels zit ik alweer jaren in de thuiszorg, als Verzorgende IG. Het leuke van dit werk is dat het zo afwisselend is. Dat komt omdat je met mensen werkt. Elke keer een ander huis, een ander mens, andere taken. Mensen zijn altijd blij als je komt. Die dankbaarheid stimuleert. Helemaal als een cliënt chagrijnig is als je aanbelt, maar je toch bedankt als je hem hebt geholpen.
Na al die jaren ben ik ook nog altijd onder de indruk van het vertrouwen dat mensen je geven. Zorg is toch iets intiems, en ze laten je toe op het moment dat ze kwetsbaar zijn.
Mensen blijven zo lang mogelijk thuis wonen, dus in de thuiszorg maak je regelmatig mee dat je iemand in de laatste levensfase bijstaat. Dat is moeilijk, maar tegelijkertijd ook mooi. Als je de dood in de ogen kijkt, heb je alleen nog maar oog voor wat er echt toe doet. Met een mevrouw had ik echt nog een paar ontroerende gesprekken gevoerd, over haar leven, wat ze had bereikt, waar ze trots op was, en waar ze spijt van had. Het is toch mooi dat je iemand dat, op zo’n moment, kunt bieden.