Ik maak het mensen graag naar hun zin, ben gevoelig voor problemen van anderen en ben erg oplossingsgericht. Mede door die eigenschappen ben ik de zorg in gegaan, en ik heb nooit een seconde spijt gehad van dat besluit.
Mijn dag is goed als ik zie dat een cliënt zich ontwikkelt, dat iemand iets heeft geleerd of zichzelf heeft verbaasd. Ik krijg een goed gevoel als ik zie dat ze met z’n allen, in teamverband, die hele keuken draaien en met plezier samenwerken. We hebben te maken met allerlei verschillende problemen en diagnoses, en ze begrijpen elkaar lang niet altijd even goed. Maar als er dan een saamhorigheidsgevoel heerst, ja, dan ben ik trots. Ik hoor zo vaak van mensen met een verstandelijke beperking dat ze thuis zitten, depressief zijn, denken dat ze niks kunnen. Nou, ik zal je vertellen: hier kunnen ze heel veel. Als je je focust op wat deze mensen kunnen, in plaats van op hun onkunde, dan gaan ze stralen. Bovendien kunnen we heel veel leren van deze doelgroep. Ze zijn heel puur, heel echt. Ik leer meer van hen dan van mijn vrienden, bijvoorbeeld. En de cliënten leren dan weer van ons hoe ze bepaalde praktische zaken moeten aanpakken. Zo hebben we jongens en meiden die hier binnenkwamen en vrijwel niets in hun eentje konden. Nu werken ze in de horeca op een golfbaan, of in een grand café, of in een restaurant. Ze beginnen met assisteren bij de voorgerechten, en voor je het weet helpen ze de chef-kok met het bereiden van het hoofdgerecht. Het enige wat ze nodig hebben is sturing en vertrouwen. En ik geef ze dat met liefde, want deze mensen verdienen een plekje in onze maatschappij.