Als jong meisje kwam ik vanwege astma regelmatig in het ziekenhuis en bij de huisarts. Wat de verpleegkundigen daar deden, ik vond het zo interessant. Als snel dacht ik: dat wil ik later ook gaan doen. Nog steeds vind ik dit het mooiste beroep wat er is. Ik ben tot op de dag van vandaag altijd nieuwsgierig naar mensen, hun ziekten, en hoe ze op ziekte en behandeling reageren.
Doordat mensen op hoge leeftijd steeds langer thuis blijven wonen, is de ouderenzorg een groot deel geworden van de huisartsenpraktijk. Als verpleegkundige rijd je daarom regelmatig visites. Artsen kijken vaak vooral naar het medische aspect, maar als verpleegkundige kijk je ook naar het welzijn: hoe gaat het met de partner, krijgen ze wel bezoek, eten ze voldoende en gezond, wie doet de boodschappen? Je wil zoveel mogelijk voorkomen dat ze ten val komen, of dat het thuis echt niet meer gaat.
Als praktijkverpleegkundige houd ik daarnaast ook spreekuur voor patiënten met een chronische ziekte, zoals diabetes, astma en hart- en vaatziekten. Doordat je patiënten met enige regelmaat ziet, kun je gaandeweg een relatie opbouwen. Die verstandhouding en vertrouwensband is prettig, want stoppen met roken, of afvallen is niet iets wat je ‘even’ kunt doen. Dat vergt een aanpassing van je levensstijl. Samen met de patiënt probeer ik te kijken naar wat mogelijk is, en naar wat zij zelf willen. Wat voor de een goed werkt, kan voor de ander misschien totaal niet werken. Als een patiënt door het veranderen van zijn leefstijl minder, of soms zelfs helemaal geen medicijnen meer nodig heeft, dan denk ik: Wat fantastisch dat we dit hebben kunnen bereiken.