Vroeger was ik kok, maar door verhalen van mijn oom raakte ik geïnspireerd om ook de zorg in te gaan. Hij werkte bij de GGD. Voordat ik solliciteerde als ambulancechauffeur heb ik eerst mijn groot rijbewijs gehaald. Die heb je nodig om binnen te komen op de opleiding die je eerst moet doorlopen voordat je aan het werk mag.
Alhoewel mijn functietitel anders doet vermoeden, doe ik meer dan alleen de ambulance besturen. De verpleegkundige en ik werken samen als een heel hecht team, alleen mag mijn collega meer handelingen doen dan ik. Zo mogen ambulanceverpleegkundigen bijvoorbeeld met een botboor overleg. Ik bereid deze ingreep wel voor.
We doen bijvoorbeeld ook samen de reanimaties als iemand een hartaanval heeft gekregen. Overigens worden we heel vaak opgeroepen omdat iemand pijn op de borst heeft. Soms is het ernstig, maar een andere keer stelt het niets voor. Er zijn mensen die 112 bellen als ze pijn in de buik hebben omdat ze denken dat het hun hart is.
Doordat je in totaal uiteenlopende situaties tegenkomt, blijf je jezelf ontwikkelen op allerlei vlakken. Zo is het belangrijk om aan te leren voelen hoe je jezelf moet gedragen. Bij de één is het heel effectief om joviaal binnen te komen, terwijl dat bij een ander helemaal verkeerd valt.