Ik werk al 32 jaar in de zorg. Ik ben na mijn VWO Culturele Antropologie gaan studeren, en om wat bij te verdienen had ik een baantje in de zorg. Ik heb in een verpleeghuis gewerkt, in de gehandicaptenzorg, en in de thuiszorg. Al vanaf het begin greep het me best aan dat er zoveel mensen zijn die niet alles meer zelf kunnen. Ik besefte dat hun leven er veel beter uit zag, als ik een klein beetje hielp.
De zorg heeft me daarna eigenlijk niet meer losgelaten. Het is iets wat je met je hart doet, en ik ben er gewoon mee doorgegaan.
In het begin had ik echt die drang om te helpen. Naarmate je ouder wordt, leer je meer en zie je dat het ook anders kan: dat je nog steeds wat voor een ander kan betekenen, maar vooral kijkt naar wat iemand wél kan, en waar je moet inspringen.
Mensen kiezen er steeds vaker voor om thuis te blijven wonen en thuis te overlijden. Dat vraagt meer dan alleen zorg voor het lichaam. Doordat ik dit in de afgelopen jaren steeds vaker meemaakte, heb ik een aanvullende opleiding Palliatieve Zorg gedaan.
Als Verzorgende ben je er om de laatste fase zo pijnloos en rustig mogelijk te laten verlopen. Je bent voortdurend bezig met: hoe ligt de persoon er bij, wat heeft hij nodig? En hoe gaat het met de familie? Wat hebben ze nodig? Je bent er voor steun, een luisterend oor, troost, maar soms helpt het al door er alleen maar te zijn.
In een laatste levensfase begeleid je niet alleen degene die sterft, maar ook de naasten. Ze delen een uniek stukje van hun leven en het is heel bijzonder om daar bij te mogen zijn.