Toen ik op school zat, wist ik nog niet precies wat ik wilde worden. Door de enthousiaste verhalen van mijn moeder, die verpleegkundige is, ben ik de zorg in gegaan. Ik heb er geen moment spijt van gehad.
Nu werk ik als verpleegkundige op een revalidatieafdeling van een verpleeghuis. Tijdens mijn opleiding heb ik meerdere afdelingen meegemaakt, maar revalidatie vind ik echt het mooist. Dat komt vooral doordat je hier echt als ondersteuner van een patiënt werkt. De patiënten hebben al veel meegemaakt in het ziekenhuis, en moeten daar echt van herstellen. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal. Na een beroerte moeten mensen bijvoorbeeld heel veel dingen - lopen, dingetjes pakken, aankleden - opnieuw leren. Je moet het accepteren, en dat is een moeilijk proces.
Het motiveren van mensen, zorgen dat ze hun verhaal bij je kunnen doen, dat hoort ook bij mijn vak. Het allermooiste is als je een resultaat bereikt, dat de mensen zelf niet voor mogelijk hadden gehouden. Sommige patiënten blijven me bij: een meneer op mijn afdeling dacht dat hij nooit meer zelfstandig kon wonen. Hij wilde dat ook niet meer, vooral omdat hij zijn vrouw niet tot last wilde zijn. Ik heb hen beiden begeleid en laten zien dat het nog wél mogelijk was. Bij enkele dingen zou hij hulp nodig hebben, maar het merendeel kon hij het zelf. Maar dan moest hij dat wel leren en het vertrouwen krijgen in zichzelf. Daarin heb ik hem begeleid. Het resultaat was dat hij weer thuis kon wonen. Ook dat is revalidatiezorg.