Ik haal enorm veel voldoening uit het helpen van mensen. Samen met mensen op zoek te gaan naar nieuwe mogelijkheden om je leven beter te maken.
Omdat ik altijd met voetbal bezig was, heb ik de sport ook bewust ingezet om mezelf te profileren als jongerenwerker en mijn netwerk te versterken. Sport is ook een heel goede manier om op een positieve manier met elkaar om te gaan. Ik heb voetbal als uitgangspunt genomen om allerlei activiteiten te organiseren. Voor mij was dit ook een manier om andere organisaties te leren kennen en te kijken hoe we konden samenwerken.
Via het voetbal kwam ik in contact met de jongeren in de wijk, en kwamen vanzelf de vragen en behoeftes naar boven. Zo zag ik dat gamen veel problemen oplevert voor jongeren en heb ik samen met de bibliotheek een ‘Fifa & Foods’ event georganiseerd. Elke week kwamen we bij elkaar: beetje gamen, chillen, praten met elkaar, en dan liet ik ook iemand komen die de jongens wat kwam vertellen over verslaving. Een keer in de twee weken kregen de jongens dan gratis McDonalds.
Ik krijg echt energie van de momenten waarop ik vooruitgang zie bij jongeren. Vooral bij jongeren die al veel negatieve ervaringen hebben.
Ik werk in hun belevingswereld. Dat betekent dat we facetimen om 7 uur ’s ochtends of om 12 uur ‘ s nachts. Ik zie de jongens op straat en loop een stukje met ze mee. Hoe gaat het op school, hoe is het op je werk? Waarom heb je ruzie thuis? Dat soort vragen stel ik. Een moeder mailde mij laatst: “Mijn kind wil niet naar school. Je hebt zo’n goede band met hem, kun je niet eens met hem praten?” Ik heb ‘m op straat benaderd, en we zijn even een sigaretje gaan roken. Dan praten we over wat hem dwars zit, waar hij tegenaan loopt, en we bedenken een oplossing.
Je moet in dit werk alles proberen. En elke keer is de situatie weer anders. Ik chill en praat met jongeren, zoek oplossingen, probeer te helpen, werk samen. Mijn werk voelt niet als werk. Maar ik werk wel ergens naar toe: over 5 jaar wil ik een maatschappelijk rolmodel zijn.