Na mijn opleiding heb ik heel bewust gekozen om in de ouderenzorg te gaan werken. Ik vind kinderen ook leuk, maar ik heb gewoon veel meer met ouderen. Ze hebben een heel leven achter zich, en ik ben daar altijd nieuwsgierig naar. Wat heeft gemaakt dat ze nu zijn zoals ze zijn, wat hebben ze meegemaakt, en hoe gaan ze ermee om?
Daarbij komt dat het zo mooi is om ouderen te ondersteunen in dat laatste stukje leven dat ze nog hebben. Op dit moment werk ik op een afdeling van elf dementerende ouderen. In ons vak zeggen ze: ze vertonen onbegrepen gedrag. Als Verzorgende vind ik het interessant om te achterhalen waarom dit gebeurt. Je wordt nooit zomaar boos, of verdrietig. Waar komt het vandaan? Wat gebeurt hier, dat niet prettig is voor de bewoner? Het mooie van dit vak is dat je altijd naar de persoon zelf kijkt. Er is geen standaard. Wat bij de een werkt, hoeft bij de ander niet te werken.
Zo heb ik een mevrouw op de afdeling, die altijd boos was, omdat ze het gevoel had dat ze opgesloten zat. Dat was natuurlijk wel een beetje zo. We hebben met haar gepraat, en met haar familie. Ze miste het buiten zijn ontzettend, maar haar familie was bang dat ze zou verdwalen. Als oplossing hebben we dat ze nu altijd een gps bij draagt, als ze naar buiten gaat. Komt ze buiten een bepaalde zone, dan krijgen wij een melding. Je merkt aan haar dat ze sindsdien echt rustiger is geworden, gelukkiger.
En zo proberen we voor elke bewoner een manier te vinden om het leven zo aangenaam mogelijk te maken, ondanks dat ze niet meer thuis kunnen wonen. Het maakt niet uit wat het is: of je nu graag naar muziek van André Rieu luistert, of graag in je pyjama ontbijt, of graag naar oude films kijkt. We zoeken naar de mens achter de mens, en spelen daar op in. Mensen worden daar echt blij van. Dat vind ik het fantastische aan mijn beroep.