Voordat ik verpleegkundige werd, zat ik in de huishouding. Ik herinner me dat ik in een verpleeghuis zag hoe zusters een patiënt hielpen met wassen. Ik dacht toen: “Dat kan ik ook. Sterker nog: dat kan ik beter.
Uiteindelijk ben ik opgeklommen van verzorgende naar verpleegkundige. Ik wil mensen zo lang mogelijk in hun eigen omgeving laten wonen. Daarnaast vind ik het heel fijn om mijn cliënten de aandacht te geven die ze verdienen. Soms zit dat in hele kleine dingen: een make-upje, nagellakje of even naar de kapper. Als je lang voor mensen zorgt, bouw je een vertrouwensband op. Ze worden een soort familie.
Als verpleegkundige in de thuiszorg bezoek ik ‘s ochtends cliënten die zorg nodig hebben. ’s Middags doe ik administratie en heb ik gesprekken met medewerkers. Daarnaast werf ik nieuwe krachten.
Ik ben ervan overtuigd dat je altijd terug krijgt wat je geeft. Ik krijg enorm veel energie van dit werk. Soms is het zwaar, maar dat valt in het niet als ik weer een blij gezicht zie, of een dankbaar gebaar.