Ik zorg omdat ik iemand anders iets wil bieden en het beste uit iemand wil halen.
Mensen met autisme zijn vaak onwijs slim. Ze zien het alleen niet van zichzelf, omdat er ook veel dingen zijn die ze niet kunnen. Het is belangrijk dat ze een waardig beeld over zichzelf krijgen en dat ze zien: ik ben niet minder dan anderen. Ik zeg soms ook dat ik ook niet alles kan. Laatst moest ik een mailtje in het Engels schrijven. Daar ben ik niet zo sterk in. Dan vraag ik een bewoner die een kei is in talen, of hij me wil helpen. Of als mijn computer weer eens vastloopt, dan vraag ik een bewoner die in de IT zit of hij er even naar wil kijken. Op zulke momenten zie je iemand groeien en besef je: hier doe ik het voor. Mensen denken dat in de zorg werken alleen iets voor vrouwen is. Maar dat is onzin: mannen kunnen ook zorgen en bovendien is deze doelgroep best een pittige, hier moet je je mannetje wel kunnen staan en heb je best veel verantwoordelijkheid. Het mooiste van hier werken is de veelzijdigheid. De ene keer eet je met de hele groep en heb je bijzondere gesprekken, de andere keer heb je een één-op-één gesprek met iemand die het even moeilijk heeft – of een cliënt die juist iets te vieren heeft. Het allerbelangrijkste is altijd dat je jezelf bent. Dit werk doe je namelijk met je hart, anders lukt het je gewoon niet. Ik zeg het eerlijk als ik een keer mijn dag niet heb, ik laat mijn menselijke kant zien. Ik vind dat ook wel zo eerlijk tegenover de cliënten: ik verwacht van hen dat ze open en eerlijk tegen me zijn, dan mogen ze dat ook van mij terugverwachten.