Ik zei vroeger altijd: geef mij maar de zwaarste baan die er is. Ik hou van een uitdaging en wil mezelf graag bewijzen. Ik doe graag iets belangrijks.
In de gesloten jeugdzorg zitten kinderen van 12 tot en met 17 die veel heftige dingen hebben meegemaakt. Daardoor kunnen ze zich thuis niet goed of veilig ontwikkelen. Ik snap dat anderen hen zien als kinderen die iets fout hebben gedaan, maar de vraag is of ze wel de kans hebben gekregen om het goed te doen. Ze hebben geleerd keuzes te maken die niet handig waren, vaak weten ze niet beter. Wij lezen ze om keuzes te maken die wel werken.
Ik heb een pittige baan, maar het is ook zo tof. Ik werk met slachtoffers van loverboys. Ze hebben vaak veel schaamte en schuldgevoel. Ik kijk wat hun kwaliteiten en uitdagingen zijn, zodat we samen kunnen ontdekken hoe ze om kunnen gaan met hun problemen. Als ze lachen als ze een complimentje krijgen of kunnen bellen met hun moeder, of als ze iets terugkrijgen van wie ze waren, dan is dat zo mooi om te zien. Die meiden mogen ongelooflijk trots zijn op wat ze hier doen, en ik ben weer trots op hen.