Mijn oma heeft hier gewoond en nu woont mijn moeder hier. Ik zie hoe hard de mensen hier werken en hoe ze hun best doen om het de bewoners zo prettig mogelijk te maken. En dat terwijl er zo’n tekort is aan personeel. Ik vroeg me af: hoe ziet de toekomst eruit als er zo weinig mensen de zorg ingaan? Stel dat je ouders zorg nodig hebben of jijzelf? Hoe zou jij dan willen dat het gaat? Daarom ben ik hier gaan werken.
“De mensen die hier wonen zijn zo afhankelijk. Sommigen zijn ook eenzaam. Dat raakt me. Als ik iets bijzonders kan bijdragen aan de laatste jaren van iemand, dan word ik daar gelukkiger van en zij ook. Daarom werk ik in de zorg.”
Op dit moment ben ik woonassistent. In de woonkamers en appartementen zorg ik voor de lunch, het ontbijt en avondeten voor de bewoners. Ik ruim hier en daar wat op, maak een praatje met de mensen, help de verpleegkundige als dat nodig is. Soms kook ik voor een groep van 18.
Ik ben altijd kapster geweest. Morgen word ik 46. Ik dacht: waarom zou ik me niet laten omscholen? Volgende maand start ik met de opleiding Verzorgende IG. Dit werk vind ik leuk, ik krijg er enorm veel waardering voor, ik kan bijdragen aan de maatschappij, aan het leven van mensen. Toen ik nog maar net hier werkte, zei een meneer tegen me: “Je bent kapster, maar je doet dit werk hartstikke goed. Zorg zit in je.” Dat vond ik zo’n lief compliment.
Maar hij heeft eigenlijk gelijk: ik zie iets, en daar handel ik naar. Iemand wil bijvoorbeeld z’n pantoffels aan maar het lukt niet. Dan help ik. Of ik sla even een arm om iemands schouder heen. Niet omdat diegene dat vraagt, maar omdat ik zie dat hij dat even nodig heeft. Ik zie dat sommige verpleegkundigen dat ook bij mijn moeder doen. En dat vind ik zo mooi. Je wenst je ouders nooit in een verpleeghuis. Maar als het dan moet, dan zou ik willen dat het zo gaat.