Ik begeleid negen jongeren in een woongroep. Ik heb voor hen de rol van opvoeder. Ik doe wat ik thuis ook doe: zorgen voor de kinderen en zorgen voor structuur.
“Ik begeleid negen jongeren in een woongroep. Ik heb voor hen de rol van opvoeder. Ik doe wat ik thuis ook doe: zorgen voor de kinderen en zorgen voor structuur.”
Dat betekent samen ontbijten, schooltassen inpakken, tanden poetsen, naar school brengen, ophalen, samen activiteiten doen. Voor twee van de kinderen ben ik mentor: ik ben het aanspreekpunt als er vragen zijn van de ouders, school of therapeuten.
Omgaan met de ‘moeilijkere’ jongeren lag mij altijd al. Ik heb de opleiding SPW4 gedaan; daarvoor zat ik op het CIOS en was ik ook voetbaltrainer. Toen al lag mijn kracht bij het begeleiden van de jongeren die moeilijk begrepen werden. Ik heb gewoon een zwak voor kinderen die het niet makkelijk hebben, die het juiste voorbeeld misschien niet hebben gehad, of waarbij om welke redenen dan ook de opvoeding minder goed is verlopen. Het gaat mij niet om het gedrag dat ze vertonen. Als begeleider oordeel je niet, maar je kijkt juist naar hen als persoon, en houdt rekening met hun achtergrond en opvoeding. Het is machtig mooi om hier mee te kunnen werken. En als ze dan met meer kennis, zelfvertrouwen en een goed gevoel over de toekomst de deur uitgaan, dan heb ik mijn doel bereikt.
Laatst kwam ik in een kledingzaak in de stad een jongen tegen. Voor mij geen onbekende: een aantal jaar geleden woonde hij nog bij mij op de groep. Nu werkte hij in die kledingzaak. Hij kon mij heel precies vertellen hoe hij die periode had ervaren en wat het voor hem had betekend. Hij zei: “Ik heb die jaren in de groep echt heel hard nodig gehad. Jullie hebben echt wat voor mij betekend.”