Ik ben al meer dan 25 jaar verpleegkundige, en heb, behalve een aantal jaar ontwikkelingswerk, voornamelijk in de psychiatrie gewerkt. Ik hou van mensen ‘met een randje’, van bijzondere mensen die niet-alledaags gedrag laten zien. Ze hebben een bepaalde kwetsbaarheid, en ik vind het fijn als ik ze kan ondersteunen. Waar je in een algemeen ziekenhuis voornamelijk ‘productie’ draait en er niet veel ruimte is om stil te staan bij wat een ziekte mentaal met je doet, ligt in deze ggz-instelling het accent op de psycho-sociale hulpverlening. Je krijgt hier meer tijd om mensen echt goed te begeleiden.
Als zorgcoördinator in een ggz-instelling ben ik een aanspreekpunt voor diverse zaken, zoals opnames en indicatieaanvragen. En ik ben een verbindende schakel tussen allerlei disciplines: psychiaters, geriaters, verpleegkundigen, het management. Ik geniet echt als ik het beste uit een ander kan halen, of dat nu een collega is of een patiënt.
Het mooie van de ouderenpsychiatrie is dat je, vanwege de leeftijd van de patiënten, zoveel verschillende ziektebeelden tegenkomt. Je hebt de psychiatrische kwalen, maar ook de somatische, de sociale en cognitieve kanten. Het is bij elke patiënt een puzzel om oorzaak en gevolg helder te krijgen en een behandeling daarop af te stemmen. Bij oudere psychiatrische patiënten is het scherpe er ook af: in tegenstelling tot volwassen psychiatrische patiënten kom je hier zelden agressie tegen.
Ik kan ontzettend genieten als je samen met een patiënt, zijn familie en het medische team samenwerkt om iemand weer stabiel te krijgen. Soms is naar huis terug gaan geen optie meer, maar een passend verpleeghuis kan dan ook een goede oplossing zijn. Ik heb een meneer begeleid die door zijn psychiatrische klachten niet meer terug naar huis kon, mede omdat zijn vrouw cognitief niet meer zo goed was. Maar ze wilden wel samen blijven. Het is ons toen gelukt om een verpleeghuis te vinden, waar ook zij kon wonen. Zo zijn ze samen toch oud geworden.