Als anesthesiemedewerker bewaak ik de patiënt en al zijn vitale functies tijdens de operatie: ligt hij rustig, is de hartslag stabiel, is de bloeddruk in orde? Ik breng de patiënt in slaap en zorg dat hij weer wakker wordt.
In deze functie heb je eigenlijk maar kort contact met een patiënt, soms maar tien minuten, vlak voordat hij de OK in gaat. Maar het zijn wel heel belangrijke tien minuten, waarin je de patiënt op zijn gemak kunt stellen. De meesten zijn erg nerveus, of maken zich zorgen over wat er gaat gebeuren. Het ligt een beetje aan de patiënt, maar meestal praten we over alles behalve de operatie: werk, kinderen, vakantie. Je ziet iemand ontspannen zodra het over leuke dingen gaat. Als ze ontspannen onder narcose gaan, verloopt een operatie soepeler en wordt een patiënt ook meer ontspannen wakker.
Al is het maar 10 minuten, soms maken die 10 minuten een diepe indruk. De eerste keer dat ik een harttransplantatie heb meegemaakt bijvoorbeeld. Een jongen van 17 wachtte op een harttransplantatie, wij wachtten op het sein van de thoraxchirurg, dat het donorhart goed was. Dan pas kon de jongen in slaap worden gebracht. Ze zeiden dat het ongeveer drie kwartier zou duren, maar we hebben bijna twee uur gewacht: de jongen, zijn ouders, en ik. Het was best pittig voor hen: de hoop, de vrees, er kwam misschien een nieuw hart. Ik vroeg hem welke plannen hij had na school. Ik leende hem mijn telefoon, zodat hij nog wat kon Facebooken met vrienden. We hadden het over een leuk meisje in z’n klas.
De operatie verliep geslaagd. Drie dagen later liep ik de vader tegen het lijf. “Dankzij jou hadden we echt vertrouwen in de operatie”, zei hij. “We hebben hem echt met een gerust hart bij jou achtergelaten. Je hebt ons echt gerustgesteld.” Dat ik dat heb kunnen betekenen voor een ander, had best impact op mij.