Ik vind het heel belangrijk dat patiënten de regie houden. Dit is wat de arts wil, maar wat wil je zelf? Dat ze daarover kunnen nadenken, is niet vanzelfsprekend. Als je bij een arts bent, dan denk je al snel: het zal wel goed zijn wat hij zegt. Ik ondersteun patiënten zodat ze dan toch een eigen keuze kunnen maken.
Zelfmanagement vind ik zo belangrijk, dat ik erop gepromoveerd ben. We moeten in de zorg niet denken dat we het allemaal beter weten. Wij weten veel, maar een patiënt weet ook veel: wat hij belangrijk vindt in het leven, hoe zijn ziekte bij hem werkt. Wat goed is voor de een, is dat niet per se ook voor de ander.
Ik werk met epilepsiepatiënten en met kinderen met een neurologische leerstoornis; een probleem met leren dat komt door iets in de hersenen. Dat zijn ingrijpende aandoeningen die veel onzekerheid met zich meebrengen.
Als iemand belt en een vraag stelt, maar ik diegene zo kan begeleiden dat hij tijdens het gesprek zelf antwoord geeft, dan vind ik dat prachtig. Ik ben op de achtergrond aanwezig, niet op de voorgrond. Zo’n gesprek versterkt het zelfvertrouwen dat ze zelf weten wat goed is voor hen.