Psychiatrie is complex en dat maakt het tegelijkertijd zo interessant. Waarom doen mensen bepaalde dingen en hoe kan ik helpen om hun leven weer op de rit te krijgen? Dat houdt mij bezig.
Als psychiatrisch verpleegkundige inventariseer en coördineer ik alle zorg rondom mijn patiënten. Ik kijk welke zorgvraag er is en hoe ik dit kan begeleiden. Patiënten hebben bijvoorbeeld last van stemmingswisselingen, en daardoor ook problemen op het werk, in het gezin, huisvesting, sociale contacten of hun financiën. We kijken in onze behandeling en begeleiding niet alleen naar het psychiatrisch beeld, maar ook naar alles er om heen. Daarbij werken we goed samen met andere hulpverleners.
Mensen die instabiel zijn, moeten opnieuw leren zelfstandig in het leven te staan. En ik help ik ze daarbij. Ik kijk hoe iemand erbij zit, hoe hij zich voelt, wat hij vandaag wil doen, waar hij tegenaan loopt en wat ik kan doen om hem door de dag of het moment heen te helpen. Ik praat veel met patiënten en luister vooral. Ze mogen zichzelf zijn, met alle trekken die ze hebben. Ik wil dat ze zich veilig en gehoord voelen en dat ze vertrouwen krijgen.
Jaren geleden had ik een vrouw op de afdeling die erg depressief was. Ze communiceerde niet meer met anderen. Ik bleef echter wel op haar inpraten, al kreeg ik nooit een reactie terug. Jaren later kwam ik haar tegen in de stad. Ze zei: “wat ben ik blij om je te zien. Ik wil je bedanken dat je altijd tegen me bent blijven praten. Ik heb alles opgeslagen wat je hebt gezegd. En sommige dingen zijn uitgekomen. Ik heb gewoon weer plezier in het leven en heb kleinkinderen waar ik van geniet.” Een mooier compliment kan ik niet krijgen. Dat ik zo’n deel kan bijdragen in iemands welzijn en levensvreugde.