Ik vind onze bak-dag, waarop we allemaal lekkere dingen maken, echt het leukste moment van de week. De ouderen met wie ik werk genieten daar zó van. En aan het eind hebben we met z’n allen wat lekkers om op te eten. En dan komen de verhalen hè, van vroeger. Dat maakt bakken in hen los. Ik bereid de activiteiten voor, voer ze uit met de bewoners en daarna evalueer ik ze met het team.
Ik ben in de zorg gaan werken omdat mijn dag geslaagd is als ik iemands dag met mijn handelingen beter kan maken. Ik wil de mensen de dag door helpen. Ook – of juist – als ze zich rot voelen. Sommigen zijn soms depressief, willen alleen maar in bed liggen. Als ik dan iemand uit dat bed krijg om een wandelingetje te maken en zie dat de bewoner daar tóch van geniet, dan geniet ik ook. Mensen denken vaak dat het in de zorg een kwestie is van rennen van hot naar her. Maar ik heb als medewerker welzijn juist heel veel rust in mijn werk. Tuurlijk, er zijn soms dagen dat het drukker is dan normaal door onvoorziene dingen die tussendoor komen, maar ik zit niet tot over mijn oren vol. Dat is ook goed, want ik wil dat de bewoners ook mijn rust voelen en niet te veel prikkels krijgen. Ze moeten zich thuis voelen. Welkom voelen. Daar zijn ouderen dankbaar voor. Ze zeggen ook heel vaak: ‘Wat fijn dat je er bent’. Dan zeg ik dat ik het als vanzelfsprekend ervaar en dat me daar niet voor hoeven te bedanken. Ik doe het uit liefde.