Als wijkverpleegkundige zorg ik voor mensen, maar coördineer en coach ik ook anderen. Ik ben een spin in het web van twee zelfsturende teams van wijkverpleegkundigen, verzorgenden en andere behandelaars. Het leuke is dat je je collega’s zo kunt begeleiden dat ze dingen zelf oppakken. In het begin waren we nog zoekende, en liep bijvoorbeeld elk contact met de huisarts via mij. Nu doen collega’s dat veel meer zelfstandig.
In de thuiszorg sta je bijna dagelijks voor verrassende situaties. Het ene moment sta je bij iemand aan bed voor dagelijkse zorg, het volgende moment overleg je met de GGZ over iemand met een psychiatrisch ziektebeeld. Dat onvoorspelbare geeft mij energie.
Het geeft me een goed gevoel als je mensen kunt ondersteunen als dat nodig is. Ook als een situatie moeilijk is. Vanmorgen heb ik bijvoorbeeld een goed gesprek afgerond met een familie, van wie de vader ernstig ziek is en zijn laatste fase in gaat. Hij voelde het zelf wel aan, maar de vrouw en kinderen konden het nog niet onder ogen zien. Nu hebben we alles besproken - ook heel praktisch als: wat gebeurt er nu verder? Hoe kan het voor de vader zo comfortabel mogelijk gemaakt worden, en wat kan de familie doen? Voor de familie een emotioneel gesprek, maar na afloop was iedereen toch opgelucht omdat ze wisten waar ze aan toe waren. Zelf vond ik het ook best moeilijk. Maar voor mij is het van belang dat je de laatste zorg op een zo humaan mogelijke manier kunt geven.