Ik studeerde ict, maar daar miste ik iets. Daarom ben ik gaan rondvragen hoe mensen mij zagen. Ze zeiden allemaal dat ik sociaal ben. Dat ik altijd lach en vriendelijk ben. Zo kwam ik op de keuze om verpleegkunde te doen. Gelijk toen het kon, heb ik me ingeschreven voor de opleiding. Ik zag dat dit echt bij me past.
Vorig jaar liep ik stage op de afdeling nierziekten in een ziekenhuis. Daar lag een man die zes minuten lang gereanimeerd was. Hij kon helemaal niets meer. Om hem heen stond een groot team: artsen, logopedisten, fysiotherapeuten, verpleegkundigen… Ik zag hoe hij steeds meer kon. Hij begon weer te praten, stukjes te lopen, zichzelf te wassen. Dat was zo gaaf om te zien, dat mensen dat samen voor elkaar kregen. Ik dacht: als ik daar ooit mijn steentje aan kan bijdragen, dan zou ik dat keimooi vinden.
Ik wil de minor intensive care gaan doen. Dan kan je mensen helpen die in levensgevaar zijn en ben je daarnaast veel bezig met familie en naasten. Dat maakt het werk nog interessanter. Daar werken is mijn doel.