Het oog is een buitengewoon belangrijk, kwetsbaar en complex orgaan. Toch vinden we het bijna vanzelfsprekend dat we goed zicht hebben. En als dat niet zo is, of als er iets met onze ogen gebeurt, dan heeft dat een grote impact op ons leven. Ik vind het fijn dat ik dan als oogarts op wat voor manier dan ook iets kan betekenen.
Als oogarts behandel ik oogziektes bij patiënten van alle leeftijden. Ik doe poliklinisch werk, maar ook operaties: kinderen die scheel zien, ouderen met staar, mensen die een ongeluk hebben gehad, ooglidcorrecties.
Een oog opereren is buitengewoon precies en perfectionistisch werk. Dat sprak me al tijdens mijn opleiding geneeskunde aan en het bleek bij mij te passen: de fijne, gedetailleerde microchirurgie, waarbij je super gefocust moet zijn. Maar het werk van de oogarts beperkt zich niet alleen tot de oogbol zelf. Verschillende lichamelijk aandoeningen kunnen zich ook in het oog manifesteren. Ik vind het dan ook een uitdaging om breder te kijken en samen te werken met andere artsen.
Het mooie van mijn vak is dat je voor patiënten zoveel kunt verbeteren. Hun oog redden na een vuurwerkongeluk. Het oog of de oogleden opereren en daarmee hun zicht teruggeven. Vaak besef je pas hoe belangrijk je ogen zijn als er iets mee gebeurt. En als je dan weer alles kunt zien, dan kan dat heel emotioneel zijn.