Ik vind het jammer dat ik niet eerder voor de zorg heb gekozen. Als man voelde dat niet stoer, dus ging ik allerlei andere dingen doen. Mijn laatste baan was eigenaar van een videotheek. Toen ik werkloos werd, gaf ik bij het UWV aan dat ik graag in de zorg wilde werken. In no-time kreeg ik deze baan aangeboden. Ik ga elke week één dag naar school en werk vier dagen.
Er zijn nog heel weinig mannen in de zorg. Dat is jammer, het is zo’n leuk beroep. En bij vrouwelijke patiënten heb ik als man zelfs een streepje voor. Die vinden het heel leuk als ik er ben.
Ik ga elke dag met een trots gevoel aan het werk. Het mooiste vond ik het toen ik de tijd kreeg om bij iemand te gaan zitten die aan het sterven was. Ze had niemand meer. Ik hield haar hand vast. Het was heel heftig, maar ook heel bijzonder om dat voor haar te kunnen doen.
Ik mag mensen helpen en daar krijg ik nog betaald voor ook. Dat is toch super? Dat heb ik bij een andere baan nog nooit meegemaakt.